Voorbeelden pensioenverleden

Soms is het niet direct duidelijk in welke regeling je werknemer pensioen gaat opbouwen. Hoe bereken je het aantal gewerkte weken? En hoe bepaal je hoe lang je werknemer buiten de branche werkte? Daarom kun je bij ons het pensioenverleden van een werknemer opvragen. Je krijgt dan een overzicht met periodes waarin diegene pensioen opbouwde. Dit overzicht helpt je om de juiste regeling te bepalen.

Let op: Wij weten niet hoeveel weken een werknemer heeft gewerkt. Soms is extra informatie van de werknemer nodig. Hieronder zie je twee voorbeelden waarin dat belangrijk is.

Voorbeeld 1: Onduidelijkheid over onderbreking

Situatie: De werknemer werkte voor het laatst in week 5 van 2023 en kwam terug in week 7 van 2024. Dat is meer dan 52 weken later. Je meldt deze werknemer daarom aan in de Basisregeling. Toch geeft ons overzicht aan dat hij misschien in de Plusregeling hoort.

Hoe kan dat?
Wij krijgen alleen aanleveringen per periode (bijvoorbeeld periode 2 van 2023 die loopt vanaf week 5 van 2023 t/m week 8 van 2023), maar we weten niet tot welke week iemand echt gewerkt heeft. Wij zien een laatste aanlevering in periode 2 van 2023. Daarna volgt een nieuwe aanlevering in periode 2 van 2024. Daardoor lijkt het in ons systeem alsof de onderbreking gelijk aan of korter is dan 52 weken. Daarom geven we aan dat de werknemer misschien in de Plusregeling hoort.
Wat kun je doen?

Je hebt twee opties:

  1. Je houdt de Basisregeling aan en geeft als toelichting de juiste wekentelling.
  2. Je volgt ons overzicht en meldt de werknemer eerder aan in de Plusregeling.

Voorbeeld 2: Loon-in systematiek zorgt voor verwarring

Situatie: Je hanteert de loon-in systematiek: je levert de pensioenopgave aan in de periode waarin je het loon betaalt, niet wanneer de werknemer werkte. De werknemer werkte in periode 2 van 2023 en ging in periode 3 van 2023 uit dienst. Je deed de PDO-aanlevering pas in periode 9. Wij zien dan een dienstverband tot periode 9, terwijl de werknemer al eerder uit dienst was.

Hoe kijken wij hiernaar?
Wij zien in ons systeem een dienstlijn tot periode 9. We weten niet dat dit om een nabetaling gaat. We kunnen dus niet zelf bepalen wanneer de werknemer stopte. Ook hier geldt: we weten niet wanneer iemand precies werkte.
Wat kun je doen?

Ook in dit voorbeeld heb je twee opties:

  1. Je geeft aan dat het om een nabetaling gaat en dat de werknemer al eerder uit dienst ging. Je aanmelding blijft staan. Krijg je een plausibiliteits- of SNCU- controle, dan slaan we je toelichting op in het dossier.
  2. Je volgt ons overzicht en past de aanmelding aan.

Wat is belangrijk om te weten?

Als werkgever ben jij verantwoordelijk voor het juist aanleveren van gegevens. Onze overzichten helpen daarbij, maar geven niet altijd het hele plaatje. Soms weet jij meer dan wij. Dan bepaal jij op basis van je eigen gegevens in welke regeling de werknemer hoort.
Je kunt dus kiezen:

  • Je volgt het overzicht van StiPP.
  • Of je houdt je eigen aanmelding aan en geeft een duidelijke toelichting.

Volgens het pensioenreglement mag dit allebei.

Wat doen wij met jouw toelichting?

Wij controleren gegevens door te kijken naar risico’s en steekproeven te doen. Valt er iets op? Dan nemen we meestal contact met je op. Samen bekijken we de situatie. Dan zijn er twee mogelijkheden:

  1. Je toelichting klopt: wij slaan deze op in het dossier, je aanmelding blijft staan.
  2. Je toelichting klopt niet: je corrigeert de gegevens via je salarispakket (PDO-bestand).

Meer over onze controles

In 2025 voeren we plausibiliteitscontroles uit. Dit betekent dat als we opvallende dingen in je aanmeldingen zien, we contact met je opnemen. Je krijgt dan de vraag om een aantal aanmeldingen te controleren en eventueel te corrigeren.

Deze controles zijn een samenwerking tussen jou en ons. We gebruiken onze overzichten als hulpmiddel. Maar jij hebt in sommige gevallen meer of betere informatie.

Lees meer informatie over onze controles