Ontvang je een nabestaanden- of partnerpensioen? Lees het antwoord op veelgestelde vragen over de nieuwe pensioenregeling:
Wie ziet StiPP als je partner?
Je partner is degene waarmee je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt. Vanaf 1 januari 2026 heb je ook een partner als je ongehuwd samenwoont. Je hoeft geen samenlevingscontract bij de notaris te hebben, maar wél een gezamenlijke huishouding. Dit laat je bijvoorbeeld zien met een huur- of koopcontract van jullie samen. Je partner heeft dan recht op partnerpensioen als jij overlijdt.
Partnerpensioen is in de nieuwe regeling op risicobasis verzekerd. Wat betekent dat?
Zo lang jij pensioen opbouwt (en dus premie betaalt), zijn je partner en kinderen meeverzekerd voor nabestaandenpensioen. Als jij overlijdt, ontvangt je partner 35%* van jouw jaarsalaris. Elk jaar zo lang je partner leeft. Voor je kinderen is dat 15%* van je gemiddelde salaris over dat jaar. Zij krijgen vanaf 1 januari 2026 wezenpensioen tot ze 25 jaar zijn (dit is in de regeling van nu tot 18 jaar).
*In de brief met de eerste berekening staat nog een lager percentage (30% en 12%). Dit percentage hebben we kunnen verhogen.
Stop je met werken bij je werkgever? Dan hebben je partner en kinderen vanaf drie maanden nadat je gestopt bent, geen recht meer op nabestaandenpensioen op basis van je salaris bij die werkgever. Zij krijgen wel pensioen uit het pensioenkapitaal dat je vóór 1 januari 2026 opbouwde als jij overlijdt.
Je kunt je bij ons eventueel verzekeren voor nabestaandenpensioen als je stopt met werken. Daar gelden wel regels voor.
*In de brief met de eerste berekening staat nog een lager percentage (30% en 12%). Dit percentage hebben we kunnen verhogen.
Stop je met werken bij je werkgever? Dan hebben je partner en kinderen vanaf drie maanden nadat je gestopt bent, geen recht meer op nabestaandenpensioen op basis van je salaris bij die werkgever. Zij krijgen wel pensioen uit het pensioenkapitaal dat je vóór 1 januari 2026 opbouwde als jij overlijdt.
Je kunt je bij ons eventueel verzekeren voor nabestaandenpensioen als je stopt met werken. Daar gelden wel regels voor.
Mijn nabestaandenpensioen wordt variabel. Wat betekent dat?
In de nieuwe regeling wordt je pensioen variabel. Dit betekent dat je pensioen elk jaar meebeweegt met de economie. Hierdoor kan je pensioen elk jaar iets wijzigen. Dit kan voor het eerst in 2027. We hebben een reserve. Daarmee vullen we je pensioen aan en voorkomen we zoveel mogelijk dat het lager wordt. Alleen in het bijzondere geval dat onze reserve leeg is, gaat je pensioenuitkering omlaag. De kans dat je pensioen lager wordt is dus veel kleiner dan de kans dat het hoger wordt.
Verandert mijn nabestaandenpensioenuitkering per 1 januari 2026?
Vanaf 1 januari 2026 gaat de nieuwe regeling in. In de nieuwe regeling verandert er iets in de regels voor partner- en wezenpensioen. We verwachten dat je pensioen dan hoger wordt. Je merkt dit pas in juli 2026. Dan ontvang je van ons een definitieve berekening en een nieuw maandbedrag. Is je pensioen hoger? Dan krijg je ook het verschil van de maanden ervoor uitbetaald.
Waarom hoor ik pas in juli 2026 hoeveel pensioen ik krijg?
Dat komt omdat we pas in de eerste maanden van 2026 alle gegevens van de werkgevers compleet hebben. Pas daarna kunnen we ons fondsvermogen bepalen. En als we dat weten, dan kunnen we uitrekenen hoeveel iedereen erbij krijgt. Daarom hoor je pas in juli hoe hoog je maandbedrag wordt.
Wordt mijn nabestaandenpensioen hoger in de nieuwe regeling?
Ja, dat verwachten we wel. Bij de overgang naar deze regeling krijgt iedereen een extra bedrag. Voor jou betekent dit dat je maandelijkse uitkering dus hoger wordt. Het extra bedrag halen we uit ons fondsvermogen. Dit noemen we toedelen. Hoe hoog dat extra bedrag is, hangt af van de financiële situatie van ons fondsvermogen op 1 januari 2026.
Kan mijn nabestaandenpensioen lager worden?
De kans is klein. In de nieuwe regeling wordt je pensioen variabel. Dit betekent dat je pensioen elk jaar meebeweegt met de economie. Je pensioen kan dus jaarlijks hoger, maar eventueel ook lager uitvallen. Dit kan voor het eerst in 2027. Voor tegenvallers heeft StiPP een reserve, dit noemen we de risicodelingsreserve. Daarmee kunnen we een daling van je pensioen opvangen. Alleen in het bijzondere geval dat onze reserve leeg is, gaat je pensioenuitkering omlaag. De kans dat je pensioen lager wordt is dus veel kleiner dan de kans dat het hoger wordt.
Ik ontvang toeslag, verandert er nu iets?
Ontvang je naast je partner- of wezenpensioen een toeslag, bijvoorbeeld een zorg- of huurtoeslag? Dan kan je toeslagbedrag in 2026 veranderen. Dat komt omdat je maandelijkse pensioenuitkering per 1 januari 2026 mogelijk hoger of lager wordt. Je merkt dit pas in juli 2026. Dan ontvang je van ons een definitieve berekening en een nieuw maandbedrag. Is je pensioen hoger? Dan krijg je ook het verschil van de maanden ervoor uitbetaald.
Ontvang je meer pensioen? Dan bestaat er een kans dat je het teveel aan ontvangen toeslag in 2026 moet terugbetalen. Ontvang je minder pensioen? Dan heb je misschien recht op meer toeslag. Kijk op belastingdienst.nl/toeslagen voor meer informatie.
Ontvang je meer pensioen? Dan bestaat er een kans dat je het teveel aan ontvangen toeslag in 2026 moet terugbetalen. Ontvang je minder pensioen? Dan heb je misschien recht op meer toeslag. Kijk op belastingdienst.nl/toeslagen voor meer informatie.
Hoe vaak wordt de hoogte van mijn nabestaandenpensioen aangepast?
We passen de hoogte van je pensioen één keer per jaar aan. Dit gebeurt pas voor het eerst in 2027. Vooraf ontvang je een bericht. Gaat het goed met de economie, dan wordt je pensioen hoger. Gaat het minder goed, dan vullen we je pensioen (zoveel mogelijk) aan vanuit de reserves van StiPP.
Wanneer weet ik wat ik aan nabestaandenpensioen krijg?
Je ontvangt in oktober 2025 een persoonlijk bericht over jouw pensioenuitkering. Daarin vind je een eerste voorlopige berekening van het pensioen dat je in de nieuwe regeling ontvangt. Rond juli 2026 ontvang je een brief met de definitieve berekening.
Ik krijg een partnerpensioen. Wat betekent de nieuwe pensioenregeling voor mij?
Als je al een partnerpensioen ontvangt, dan loopt dit gewoon door. De uitkering wordt wel, net als bij het ouderdomspensioen, omgezet van een vaste pensioenuitkering naar een variabele pensioenuitkering. Het beweegt dan mee met de economie. Je pensioen kan hierdoor jaarlijks hoger of lager worden. We hebben een reserve die we gebruiken om verlagingen van je pensioenuitkering te voorkomen.
De partnerpensioen definitie is uitgebreid. Wat betekent dat?
Je partner is degene waarmee je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt. Vanaf 1 januari 2026 heb je ook een partner als je ongehuwd samenwoont. Je hoeft geen samenlevingscontract bij de notaris te hebben, maar wél een gezamenlijke huishouding. Dit laat je bijvoorbeeld zien met een huur- of koopcontract van jullie samen. Je partner heeft dan recht op partnerpensioen als jij overlijdt.
Hoe kan ik mijn partner aanmelden voor partnerpensioen in de nieuwe regeling?
Ben je getrouwd of heb je een geregistreerd partnerschap? Dan krijgen wij de gegevens van je partner automatisch via de gemeente. Woon je samen? Dan hebben wij geen gegevens van je partner. Maar bij overlijden controleren we altijd of er een partner is die recht heeft op nabestaandenpensioen. Daar hoef je geen samenlevingscontract bij de notaris voor te hebben, maar wél een gezamenlijke huishouding. Vind je het alsnog fijn om je partner aan te melden? Dat kan. Stuur ons via het contactformulier een kopie van je samenlevingsovereenkomst of bijvoorbeeld een huur- of koopcontract van jullie samen.
Wat gebeurt er met het partnerpensioen als ik stop met pensioen opbouwen bij StiPP?
In de nieuwe regeling heeft je partner dan geen recht meer op partnerpensioen. Enige uitzondering? Bij overlijden binnen de eerste drie maanden nadat je gestopt bent met werken. Wel heeft je partner nog recht op het tot 1 januari 2026 opgebouwde partnerpensioen.
Wat is het verschil voor mijn nabestaanden? Gaan zij erop voor- of achteruit in de nieuwe regeling?
Dat hangt af van de economie. Het nabestaandenpensioen wordt in de nieuwe regeling variabel. Dit betekent dat dit pensioen elk jaar licht meebeweegt met de economie en afhankelijk is van de beleggingsresultaten, de gemiddelde levensverwachting en de rente. Het partner- en wezenpensioen kan daarom ieder jaar hoger, maar ook iets lager uitvallen. Je kinderen ontvangen in de nieuwe regeling wezenpensioen tot zij 25 jaar worden. Dit is in de huidige regeling tot 18 jaar.
Wat krijgt mijn partner (en kinderen) als ik overlijd?
Als je overlijdt terwijl je pensioen opbouwt bij StiPP, ontvangt je partner een levenslange uitkering. Je eventuele kinderen ontvangen een uitkering totdat ze 25 jaar zijn. De hoogte van deze uitkeringen is een percentage van jouw gemiddelde salaris over het laatste jaar (12 maanden). Je leest hierover meer op de pagina Nabestaandenpensioen in de nieuwe regeling.
Ik krijg een wezenpensioen. Wat betekent de nieuwe pensioenregeling voor mij?
Als je op dit moment al een wezenpensioen ontvangt, dan loopt dit gewoon door totdat je 18 jaar wordt. De uitkering wordt wel, net als bij het partnerpensioen en ouderdomspensioen, omgezet naar een variabele uitkering. Het beweegt dan mee met de economie. Je pensioen kan hierdoor jaarlijks hoger of lager worden. Gaat je wezenpensioen in na 1 januari 2026, dan krijg je wezenpensioen tot je 25 jaar wordt.
Wat gebeurt er met het wezenpensioen als ik stop met pensioen opbouwen bij StiPP?
In de nieuwe regeling hebben alleen kinderen die op 1 januari 2026 jonger zijn dan 18 jaar, nog recht op het opgebouwde wezenpensioen.