Kenmerken en verschillen: beleggen voor een stabiel of variabel pensioen

Als je 57 wordt, kies je hoe wij je pensioen de laatste tien jaar voor je met pensioen gaat beleggen. Hier lees je wat stabiel en variabel beleggen betekenen – en wat de verschillen zijn.

De verschillen in het kort

Beleggen voor een stabiel pensioen

Beleggen voor een variabel pensioen

Minder risico 

Meer risico 

Hoogte maandelijkse pensioenuitkering beter te voorspellen

Hoogte maandelijkse pensioenuitkering minder goed te voorspellen

Waarschijnlijk minder rendement

Mogelijk meer rendement

Pensioenkapitaal waarschijnlijk lager

Pensioenkapitaal mogelijk hoger

Uitleg over de verschillen

Beleggen voor een stabiel pensioen
Kies je voor beleggen voor een stabiel pensioen? Dan bouwen we vanaf je 57e het beleggingsrisico geleidelijk af. Zo kunnen we beter voorspellen hoe hoog je maandelijkse pensioenuitkering wordt. Dit is een voordeel.

Je loopt minder risico, maar het nadeel is dat waarschijnlijk ook minder rendement behaalt. Daardoor is het bedrag wat je vanaf je pensioendatum maandelijks als pensioen ontvangt meestal lager dan bij beleggen voor een variabel pensioen.

Beleggen voor een variabel pensioen
Kies je voor beleggen voor een variabel pensioen? Dan nemen we meer risico met je pensioenkapitaal. We bouwen het risico af, maar in kleinere stapjes. Hierdoor kunnen de opbrengsten meer schommelen dan bij minder risico. Zijn de opbrengsten goed, dan groeit je pensioenkapitaal. Vallen ze tegen, dan daalt je pensioenkapitaal. 

De hoogte van je maandelijkse pensioenuitkering is bij een variabel pensioen dus minder goed te voorspellen. Dat kan een nadeel zijn. Maar meer risico kan je wel een hoger pensioen opleveren.

Deze keuze is voorlopig

Op je pensioendatum kies je definitief: een stabiele of een variabele uitkering.
De keuze die je nu maakt, hoeft dus niet dezelfde te zijn als straks. Je kunt nu kiezen voor variabel beleggen en later toch een stabiele uitkering nemen – of andersom.