In de nieuwe regeling verandert er iets in de regels voor partner- en wezenpensioen. Je leest hier wat er anders wordt.
Wanneer ben je partner?
Je partner is degene waarmee je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt. Vanaf 1 januari 2026 heb je ook een partner als je ongehuwd samenwoont. Je hoeft geen samenlevingscontract bij de notaris te hebben, maar wél een gezamenlijke huishouding. Dit laat je bijvoorbeeld zien met een huur- of koopcontract van jullie samen. Je partner heeft dan recht op partnerpensioen als jij overlijdt.
Overlijd je vóór je pensioendatum?
Zo zit het met het pensioen dat je opbouwde vóór 1 januari 2026
Het pensioen dat je opbouwde vóór 1 januari 2026 betalen we uit aan je partner (waarmee je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt) en aan je kinderen (tot 18 jaar). Zij ontvangen elke maand nabestaandenpensioen. Heb je geen samenlevingscontract met je partner of is je kind ouder dan 18 jaar als je overlijdt, dan hebben zij geen recht op het pensioen dat jij vóór 1 januari 2026 opbouwde.
Pensioen dat je opbouwt vanaf 1 januari 2026
Vanaf 1 januari 2026 werkt het anders. Dan kijken we niet meer naar het opgebouwde pensioen. Dan is nabestaandenpensioen op risicobasis verzekerd: zo lang jij pensioen opbouwt (en dus premie betaalt), zijn je partner en kinderen meeverzekerd voor nabestaandenpensioen. Als jij overlijdt, ontvangt je partner 30% van jouw laatst verdiende salaris. Elk jaar zo lang je partner leeft. Voor je kinderen is dat 12% van je gemiddelde salaris over dat jaar. In de nieuwe regeling krijgen kinderen wezenpensioen tot ze 25 jaar worden. Is het wezenpensioen in de huidige regeling ingegaan, dan ontvangen zij de uitkering tot ze 18 jaar worden.
Overlijd je als je geen pensioen meer opbouwt? Dan ontvangen je partner en kinderen geen nabestaandenpensioen. In de nieuwe regeling wordt het nabestaandenpensioen variabel: net als je ouderdomspensioen beweegt het mee met de economie.
Overlijd je ná je pensioendatum?
Als je met pensioen gaat, kies je of je een deel van je pensioen wilt gebruiken voor nabestaandenpensioen voor je partner en kinderen. Kies je daarvoor? Dan ontvangt je partner als jij overlijdt maandelijks partnerpensioen zo lang hij of zij leeft.
Het partnerpensioen is net als het ouderdomspensioen variabel. Dat betekent dat dit pensioen elk jaar meebeweegt met de economie en afhankelijk is van de beleggingsresultaten, de gemiddelde levensverwachting en de rente. Het partnerpensioen kan jaarlijks hoger, maar ook iets lager uitvallen.
Je kinderen ontvangen wezenpensioen tot zij 25 jaar worden. Dit is in de huidige pensioenregeling tot 18 jaar. Ook het wezenpensioen is variabel en beweegt elk jaar mee met de economie. Hoe hoog de uitkering is hangt af van de beleggingsresultaten, de gemiddelde levensverwachting en de rente. Het wezenpensioen kan hoger, maar ook iets lager uitvallen. Dit wordt elk jaar bepaald, zodat je weet wat je dat jaar ontvangt.
Bekijk ook de veelgestelde vragen